Malawi ligt in Zuidoost-Afrika. Het is één van de armste landen ter wereld. 

Malawi wordt ook wel ‘the warm hart of Africa’ genoemd vanwege z’n vriendelijke en gastvrije bevolking.

De natuur

Malawi is een prachtig land met vele gezichten. Van het uitgestrekte ‘Malawi meer’ en de laaggelegen droge gebieden met z’n spectaculaire Baobab bomen, tot de groene plateaus met z’n fantastische uitzichten.

In de nationale parken kun je wild spotten. Kuddes olifanten, nijlpaarden en herten komen drinken in het meertje van Vwaza Wildlife Reserve. In het Nyika National park kun je zebra’s zien en met wat geluk ook luipaarden en hyena’s. In het Zuiden is het bekendere Liwonde National Park, naast het wild ook bekend omwille van de vele soorten vogels.

De hoogste berg van Zuidoostelijk Afrika ligt in Malawi, de Mulanje en is 3000 meter hoog. Andere hooggelegen gebieden zoals het Zomba plateau zijn erg groen en bieden fantastische uitzichten.

Lake Malawi neemt meer dan 15% van het land in beslag. Op het meer kun je vele vissers aan het werk zien in hun lokale ‘dugouts’. De onderwaterwereld heeft een enorme diversiteit aan zoetwatervissen, voornamelijk cichlids.

Malawi heeft een tropisch klimaat met het regenseizoen van november tot en met april. De warmste maand is oktober, met een gemiddelde temperatuur van 33°C. De koudste maand is juli met een gemiddelde van 21°C.

Het onderwijs

Kleuteronderwijs wordt vanuit de regering niet aangeboden. Veel kleine kinderen blijven alleen thuis achter terwijl de ouders op het land aan het werk zijn. Gelukkig zijn er veel kerken of lokale initiatiefnemers die een kleuterschool starten om deze kinderen ‘s ochtends een veilige plek te bieden. Veel kleuters worden dan ook in een kerk opgevangen, of in een gebouwtje dat de chief (dorpshoofd) heeft toegewezen. De leerkrachten zijn meestal vrijwilligers, mensen zonder leerkrachtenopleiding.

Sinds 1994 is het basisonderwijs (6 – 14 jaar) gratis. Dit heeft ervoor gezorgd dat er veel meer kinderen naar school gaan. Het gevolg is wel dat de scholen nu te kampen hebben met overvolle klassen (tot wel 150 kinderen), onvoldoende leerkrachten en een groot tekort aan primaire behoeften (klaslokalen, meubilair, lesmateriaal).

Veel kinderen gaan echter nog steeds niet, of niet regelmatig, naar school. De grote armoede zorgt ervoor dat ze thuis nodig zijn om op broertjes/zusjes te passen of mee te helpen op het land. Ouders zien vaak het belang van onderwijs nog niet in. Heel veel kinderen (vooral meisjes) maken de basisschool niet af!

Vanaf de middelbare school zijn er nog meer uitvallers. Om het middelbaar onderwijs te kunnen volgen moet er schoolgeld en examengeld betaald worden (ong. 25 euro/trimester). Veel ouders kunnen dat niet opbrengen voor hun kinderen.

Verder studeren is voor weinigen weggelegd. Universitaire studies kosten al gauw meer dan 1000 euro/jaar. 

Er zijn 5 basisscholen voor doven in Malawi, waar kinderen leren omgaan met hun handicap. Ze leren hier gebarentaal en ontmoeten andere dove kinderen. Na het basisonderwijs is er helaas geen opleiding waar doven in Malawi naartoe kunnen. Voor mensen met een fysieke handicap is er op dit moment geen mogelijkheid tot onderwijs in Malawi.

Het leven in Malawi

3/4 van de Malawiaanse bevolking leeft op het platteland en is afhankelijk van de eigen landbouw. Op het land verbouwen ze voornamelijk maïs, cassava, tomaten, pinda’s, thee, tabak, rijst en suikerriet. Maïs is heel belangrijk voor hun basisvoedsel nsima (hele stevige maïspap). Deze mensen zijn erg kwetsbaar. Als door langdurige droogte of extreme regenval de oogst mislukt, is dat een grote ramp.
Om wat geld te verdienen wordt er veel gevist in Lake Malawi en is de markt en straatverkoop erg populair.

Omdat de werkgelegenheid en het loon in Malawi erg minimaal is, gaan sommige Malawianen hun geluk beproeven in buurland Tanzania of in Zuid-Afrika. Ze laten hun kinderen dan achter bij familie.

Familie is erg belangrijk voor de Malawianen, familiebanden zijn erg hecht. Ooms/tantes worden vader/moeder genoemd, neef/nicht is broer/zus. De vele weeskinderen worden meestal binnen de familie opgevangen.
In de meeste gezinnen is de man het hoofd van het gezin en zorgt voor het inkomen. Sommige mannen die het goed voor elkaar hebben, trouwen een tweede, derde, … vrouw. 
De vrouw is onderdanig aan de man en heeft als taak het huis schoon te houden, te koken, voor de kinderen te zorgen en op het land te werken.

Ziekte en gezondheid

Malaria, tbc en aids zijn de meest voorkomende doodsoorzaken in Malawi. De gemiddelde levensverwachting is 50 jaar. Dit gemiddelde wordt enorm omlaag gehaald door de vele jongvolwassenen die aan aids sterven en de hoge kindersterfte.

Kinderen zijn erg kwetsbaar voor longontsteking en malaria. Ook ondervoeding is een groot probleem, een vijfde van de kinderen is ondervoed. Meer dan de helft van de bevolking beschikt niet over schoon drinkwater. Mede door slechte voeding en slechte hygiene is een groot percentage malawianen fysiek gehandicapt.

Regeringsziekenhuizen bieden gratis medische hulp. Hier mag je echter niet veel van verwachten. Voor een consult moet je lang wachten eer je aan de beurt bent. Bij een opname moet de familie zelf zorg dragen voor de patiënt: eten koken, lakens meenemen en wassen… Er is vaak gebrek aan medicatie, goede apparatuur, personeel en de nodige medische kennis. In de grotere steden zijn de ziekenhuizen al wat beter uitgerust.

Zieken moeten op eigen houtje bij de ziekenhuizen zien te komen. Dat kan betekenen uren wandelen als er geen transport is, of geld om transport te betalen. Als iemand té ziek is om te wandelen, wordt soms een draagberrie gebruikt om de patiënt tot bij het ziekenhuis te brengen. Enkele dorpen beschikken over een fietsambulance. Het gebeurt echter te vaak dat ernstig zieken niet bij het ziekenhuis kunnen komen.